Te warm of te koud
"Welkom in België, waar het regelmatig te warm of te koud is."Het is een cliché maar een wielrenner in België moet leren rijden in verschillende weersomstandigheden. Dit is niet hetzelfde als dat een renner in alle weersomstandigheden hetzelfde moet presteren.
​
Bij warm weer gebeurt de voorbereiding reeds een dag vòòr de wedstrijd.
Bij koud weer is de kledij net voor en tijdens de wedstrijd het belangrijkste.
​
Op deze pagina worden een aantal richtlijnen voor beide weertypes meegegeven.
​
Warm... en beenkrampen
De definitie van warm weer is voor iedere renner verschillend. Maar we spreken hier over een paar richtlijnen die je kan toepassen bij temperaturen van boven de 25 graden. Iedere renner voor zich moet uitmaken wat het beste voor hem werkt.
​
Test de onderstaande tips uit op training om te zien hoe het lichaam reageert en niet tijdens wedstrijden.
​
Bij warm weer komt het fenomeen van beenkrampen naar voor. Deze beenkrampen worden veroorzaakt door een tekort aan vocht, zout en mineralen. Daarom een paar tips om dit te helpen voorkomen.
​
-
Zorg dat je gehydrateerd aan de start van een wedstrijd komt. Dit doe je door reeds de dag voordien 2-3 liter water te drinken en de ochtend van de wedstrijddag nog 1 tot 1,5 liter.
-
In je drinkwater kan je af en toe een High5 Zero tab doen. Deze bevatten magnesium, kalium, calcium, natrium (zout) en vitamine C die dient om een goede opname van de mineralen te krijgen.
-
Je kan in wedstrijd rijden met een 'bidon' energiedrank en een 'bidon' met zero tabs.
-
Een andere mogelijkheid is de High5 isotonic hydraten. Dit poeder is de mix van energiedrank met zero tabs zodat je in één 'bidon' de voordelen van beide hebt.
-
High5 Electrolyten gels i.p.v. de gewone. Deze bevatten extra zout en magnesium.
-
Neem geen cafeïne gels. Deze werken vochtafdrijvend en drogen je dus uit.
-
Bananen zijn een energierijke voedingsbron en bevatten veel magnesium
-
ORS (zouten) kan je in je drinkwater doen of 'bidon' en is verkrijgbaar bij je apotheek.
Koud en onderkoeld
Zoals bij warm weer is koud weer voor iedere renner verschillend. De ene renner heeft iets meer 'reserve' dan een andere renner. We spreken van koud weer van ongeveer temperaturen van maximum 10 à 12 graden. Bijvoorbeeld bij een buitentemperatuur van 0 graden, windstil weer en een fietssnelheid van 30 km/u is de gevoelstemperatuur -6 graden. Zoals bij warm weer, moet iedere renner voor zich moet uitmaken wat het beste voor hem werkt.
​
Test de onderstaande tips uit op training om te zien hoe het lichaam reageert en niet tijdens wedstrijden.
​
Bij koud weer komt het fenomeen van onderkoeling naar voor. Deze onderkoelingsverschijnselen kan in verschillende vormen (lichte tot ernstige) voorkomen en moeten vermeden worden. Daarom een paar tips om dit te helpen voorkomen.
​
-
de meest cruciale tip is, 'werk in laagjes'. Daarbij ga je uit van drie laagjes: twee isolerende, vochtregulerende, warme laagjes en één buitenlaag die wind en liefst ook water tegenhoudt. D.w.z. een thermisch onderlijfje onder de wedstrijduitrusting met daarover ofwel een wind- of regenjack.
-
Denk om goede handschoenen en overschoenen die zorgen dat de schoenen en voeten droog en warm blijven.
-
Draag zeker géén katoen. Dit neemt het zweet op, waardoor het nat wordt en er extra afkoeling ontstaat.
-
Via je hoofd verlies je veel warmte, zo’n 10 – 20% van je totale warmteverlies! Zorg dus dat je hoofd altijd goed is afgeschermd tegen de kou. Draag b.v. een buff onder je fietshelm. Dit houdt de nek ook nog eens warm.
-
Doe geen tijdritpak aan bij koude temperaturen.
-
Met een lange broek rijden tijdens een wedstrijd met regen is niet aangenaam en kan schuren. Daarom bestaan er drie-kwart-broeken ofwel een korte broek met benen die ingesmeerd zijn met bv. QM Warming Cream.
-
Je ook bij kouder weer voldoende moet drinken want zelfs bij lage temperaturen kun je uitgedroogd raken. Je produceert namelijk nog steeds zweet en urine, en ook via je ademhaling verlies je vocht.
​
Renners met onderkoelingsverschijnselen hebben een verhoogde hartslag, bloeddruk en ademhaling. Ook klappertanden en pijn in de handen en/of voeten kunnen optreden. Blijven rijden met onderkoelingsverschijnselen is gevaarlijk omdat hierdoor een matig vermogen om de situatie in te schatten optreedt.
​
Een renner met onderkoelingsverschijnselen dient onmiddellijk in een verwarmde locatie zijn natte en koude kleren uit te trekken en een thermisch deken en droge kledij aan te trekken. Bij ernstige verschijnselen vraag een thermisch deken (goud/zilver) bij de medische post.